De duivel op weg naar de kerk

  • Sietse 45

    De duivel op weg naar de kerk

    Een zeker man, die meer zag en hoorde dan menigeen,

    ging op een zondag 's morgens kerkwaarts heen.

    Op de wandeling die naar het Godshuis leidt,

    ontmoette hij de duivel, die ook kerkwaarts ging,

    zoals hijzelf hem zei.

    Door die ontmoeting zeer verrast, sprak hij de satan aan:

    "U kerkwaarts gaan ? Me dunkt, dat is toch niet gepast,

    hoe moet ik dat verstaan?"

    “Mag ik niet komen in de kerk?”

    vroeg de satan hem,

    "Waar ze steeds bestrijden mijn persoon en werk,

    zowel door gebed als leer?

    Als ik daar zelf niet verschijn, waar men te allen tijd mijn rijk bestrijdt,

    wie zal mijn advocaat dan zijn, die voor mijn zaken pleit?"

    “Zeg mij” vroeg de man, “hoe bepleit u uw zaak en recht?”

    De duivel zei: "'k Heb duizend middelen daartoe, die ik u 't liefst niet zeg.

    Al mijn geheimen wil ik nu niet mededelen.

    Maar ik zie geen gevaar, al zeg ik daarvan iets aan u,

    'k hoop 't wordt niet openbaar. Luister maar.

    Ik probeer te zorgen, dat ik al vroeg op zondagmorgen,

    voor kerktijd in elke woning kom,

    Ik probeer dan een kleine twist te stoken,

    en … de oprechte stemming is gebroken,

    om op te gaan naar 't Godsgebouw."

    "Een overhemd niet helemaal in orde,

    een handschoen zoek geworden,

    een knoop gesprongen van een jas.

    Met dit soort zaken kan ik mij wonderwel vermaken,

    omdat ik graag zie en hoor,

    Want weet, door zulke kleine dingen,

    wordt het hart van dwaze stervelingen,

    vaak afgeleid van 't rechte spoor.

    Lukt het mij niet om van te voren

    de goede stemming te verstoren,

    waarmee men kerkwaarts gaat,

    dan probeer ik te ontdekken,

    dat in de kerk hun aandacht af kan trekken,

    zodat zij horen noch verstaan."

    "Kijk daar een meisje kerkwaarts wandelen,

    Hoe zal ik denkt u met haar handelen,

    wanneer zij zit in 't bedehuis?

    Ik trek haar ogen af terzijde,

    op haar buurvrouws tas en mantel beide,

    en … ‘t boeit haar meer dan Christus’ kruis."

    "Daar zie ik een tweetal heren kerkwaarts gaan,

    vaak kritiserend;

    ik weet daar houden zij zo van.

    Nu zorg ik dat de dominee's rede,

    gebed of zegenbede iets zogenaamd hen ergeren kan.

    Als ze straks de kerk verlaten,

    dan hoort men ze steeds maar praten,

    van hinderlijke woorden,

    En zonder dat ze 't zelf weten,

    is het goede van de preek vergeten,

    en … zonder vrucht was de kerkgang weer."

    "Kijk daar die kleine bleke dame,

    zij is bang voor tocht en ramen,

    Zit in de kerk, dan breng ik haar in de waan,

    dat ze een verkoudheid op zal lopen,

    Want het raam staat ietsjes open,

    en … met haar aandacht is 't gedaan."

    "Daar zitten twee brave burgermensen.

    Als ik kan slagen met mijn wensen,

    dan maak ik aan die heren wijs,

    dat al die zonden en gebreken,

    waarvan de dominee gaat preken,

    niet hen betreffen voor deze reis.

    De prediking van deze ure, gaat hen niet aan,

    maar wel hun buren.

    En vang ik hen in deze strik,

    gerust gaan zij dan huiswaarts heen.

    Voor Freek is 't goed, zal Jacob menen.

    't Geldt voor Jacob, zo denkt Frederik."

    "Daar komt een man, wie zal hem laken,

    Hij leeft in geld- en handelszaken,

    van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat.

    Ook hij treedt het huis des Heren binnen,

    en ik boei zijn hart en ziel en zinnen

    aan alles wat hij achterlaat."

    (bron onbekend)

    http://spacecake.friends4ever.nl/html/main.html?http://spacecake.friends4ever.nl/html/levenswijsheid/tvpsalm23.html

  • Boris

    Een leuk gedichtje voor Peter :D

  • dick

    Begin je weer?

  • Boris

    ?