Schelden doet geen zeer?
Posted: 15 Jul 2010 06:40 AM PDT
In Nederland hebben we wat discussie gehad over het omstreden wetsartikel 147 uit 1932. Tijdens diverse processen bleek het godslasteringartikel zo dood als een pier. De door symboolpolitiek ingegeven poging van minister Hirsch Ballin om te onderzoeken of artikel 147 verbreed kon worden van godsdienstige gevoelens om tevens levensbeschouwingen te omvatten, opdat gelovigen en ongelovigen op gelijke behandeling zouden kunnen rekenen, heeft het niet gehaald. In de moderne tijd wordt het verbod op godslastering steeds meer als ouderwets en onderdrukkend gezien. Rond Maart 2008 vond men, hier in den lande althans, dat gelovigen tegen een stootje moeten kunnen. Deugden als geduld en wijsheid waren eerder aan de orde om zich in het klimaat van politieke onzekerheid te wapenen tegen de dreiging van nationale en internationale onveiligheid. Een gunstiger tijdstip om een principiële discussie over betreffende artikel te voeren zal vermoedelijk na het overwaaien van de economische storm gelegen zijn.
In de middeleeuwen gold blasfemie als een bedreiging voor de maatschappelijke orde, aldus professor David Nash hoogleraar geschiedenis aan Oxford Brookes Universiteit. Hij verzorgde, namens het Instituut voor Theologisch en Godsdienstwetenschappelijk Onderzoek (INTEGON), een lezing aan de faculteit Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Utrecht over de geschiedenis en de toekomst van godslastering. Zijn stelling is dat de overheid een sturende taak in het religieuze leven van burgers aan het krijgen is. Daarbij draait het niet zozeer om in hun rechten aangetaste burgers maar meer om de ruimte die religies krijgen in een samenleving. Fundamentalisten zorgen voor een herleving van het middeleeuwse model door de maatschappelijke orde te destabiliseren. Ierland ging onlangs over op een uitgebreide antiblasfemiewetgeving. Dergelijke wetgeving wordt door Nash geclassificeert als een gevaarlijk precedent voor de vrijheid van meningsuiting. Hij trekt de lijn wat verder door en meent zelfs dat het Westen in de nabije toekomst moet rekenen op een culturele oorlog over het onderwerp. De vraag is, uiteraard, of David Nash gelijk krijgt?
Sinds 1978 zijn een reeks onschuldig ogende VN conferenties gehouden. Getiteld ‘World Conference against Racism, Racial Discrimination, Xenophobia and Related Intolerance’ roepen ze niet meteen associaties aan blasfemie op. De werkelijkheid is echter anders. In 2001 vond de derde bijeenkomst plaats te Durban. Het Durban slotakkoord, rept op bladzijden 6 en 7 over de Islam, maar grotendeels gaat het document nog over racisme gerelateerde zaken. In 2009 werd de vierde vijfdaagse vervolgconferentie te Genève gehouden. Daar was de toon al flink veranderd. In het kielzog van de 2001 conferentie kreeg een ad hoc VN-commissie het mandaat een nieuw wetsvoorstel over racisme te schrijven. Ondanks de hiaten in het slotakkoord aangaande racisme. Islamitische landen wilden een verdrag door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties loodsen dat religieuze symbolen en geloofsovertuigingen moest beschermen tegen spot. De landen die de Organisatie van de Islamitische Conferentie uitmaken probeerden voor elkaar te krijgen dat de VN-commissie hun plan accepteert. Daarmee zou de eerste stap op weg naar voordracht in de Algemene Vergadering gezet zijn.
Al met al nam de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties de resolutie tegen belastering van godsdiensten aan. Ze meende dat belastering van godsdiensten een belediging zou zijn van de menselijke waardigheid en een beperking van de vrijheid van haar aanhangers. Tegenstanders van de resolutie noemden dit een zorgelijke ontwikkeling, die haaks zou staan op het idee achter mensenrechten, te weten de bevordering en bescherming van individuen, en niet van abstracte ideologieën zoals religies. De Geneefse VN-conferentie was vanaf het startsein al problematisch. De voorzitter, Miguel d’Escoto Brockmann, was niet geheel onomstreden, de Iraanse president Ahmadinejad maakte politieke deining en onze eigenste Maxime Verhagen vond deze conferentie
te belangrijk om te laten misbruiken voor politieke doeleinden en aanvallen op het Westen
Landen bleven, of liepen, weg tijdens de zitting, meestal echter vanwege Israël-gerelateerde politieke uitspraken. De aanvankelijke ontwerptekst van de Geneefse slotverklaring een maandje later riep landen op om blasfemie wetgeving te ontwikkelen om het belasteren van religies tegen te gaan. Onduidelijk is echter wat er precies bedoeld werd met ‘belediging’ of met’laster’ en wie dat mag bepalen. In het internationale recht is laster een uitspraak over een persoon die aantoonbaar onwaar is en de reputatie van betreffende persoon zou beschadigen. Men kan zich echter afvragen of religies een reputatie hebben of kunnen hebben en of die dan zou kunnen worden beschadigd? Kan het bekritiseren van uit religieuze opvattingen voortkomende praktijken, zoals de discriminatie van vrouwen of homos, dan ook gelijkgesteld worden met het belasteren van een godsdienst? Die gedachtengang zou zélf tot een inperking van de vrijheid van levensbeschouwing en religie leiden. Uiteindelijk werd ‘belastering’ vervangen door ‘de negatieve stereotypering van religies’. Desalniettemin zou de uiteindelijke tekst nog de vrijheid van meningsuiting onderwaarderen en een neiging tonen religie boven mensenrechten te stellen. Daarover is in het westen het laatste woord nog niet gesproken.
http://www.freethinker.nl/