Een conversatie;
Half acht het productiebedrijf loopt vol met arbeiders ze lopen allemaal langs de tijdregistratie palen en halen hun pasje over het oog van de laser waardoor de hekjes open gaan.
Zo komen ook twee collega`s samen binnen, zonder echt acht op elkaar te slaan gaan naar hun kastjes kleden zich om in hun voorgeschreven werk kleding en gaan naar hun werkplek.
Een normale werkdag, om 12:00 gaat de bel voor het middag eten.
De beide collega`s komen naast elkaar te zitten in de kantine, en maken zich klaar om te gaan eten.
De ene collega begint voor hij gaat eten te bidden, de ander wacht tot zijn gebed klaar is uit respect of om zijn beurt af te wachten om wat te zeggen?
Het is het laatste, hij vraagt aan zijn collega of deze gelovig is, wat natuurlijk al overduidelijk was door zijn gebed voor het eten, maar toch.
Ja zegt de collega ik ben Christen en ik geloof in God.
De andere collega zegt ik geloof niet in dat er een God bestaat, ik ben atheïst.
Dat kan zegt de christelijke collega, en begint te eten.
De atheïstische collega begint ook te eten, en kijkt naar zijn christelijke collega.
En begint een conversatie te starten; Hij begint met, jij als christen, geloof je in een leven na de dood?
Onder andere zegt de christelijke collega, ik geloof in Jezus Christus en dat ik door Hem en Zijn offer aan het kruis en Zijn wederopstanding uit de dood eeuwig leven heb gekregen.
Dus ja na dit leven heb ik een eeuwig leven tegemoet te zien.
Okay zegt de atheïstische collega, geloof je dan ook in de hemel en de hel, het laatste oordeel?
Vanzelfsprekend antwoord de christelijke collega, en naar gelang wat je gelooft of niet gelooft en handelt in dit leven zullen we daar op be/geoordeelt worden en in een van deze plaatsen terechtkomen.
Okay zegt de atheïstisch collega, ik geloof niet in God of dat Jezus Christus voor mijn zonden gestorven is aan het kruis, en zeker niet dat hij uit de dood is opgestaan dat is onmogelijk.
Ik geloof ook niet in een hemel of hel, dat is gewoon verzonnen door mensen om andere mensen te knechten.
Dus maakt het niet uit hoe ik leef, ik kan een goed leven leven door de mensen met respect en liefde te benaderen en te helpen en goede daden te doen, of daarin tegen kan ik alles doen wat ik maar wil en mijn mede mensen uitbuiten en pijn doen en haten.
Het maakt niet uit want God en de hemel en de hel bestaan niet en zeker niet het laatste oordeel, dus je goede en gelovige levenstijl zal nutteloos zijn in opzicht van je geloof want er is niks na de dood, zegt de atheïstisch collega.
Dat kan wel zo wezen in jouw optiek en geloof antwoord de christelijke collega, dan heeft mijn leven als gelovige en daaruit mijn goede en liefdevolle omgang met medemensen en de goede daden die ik doe door mijn geloof toch nut immers ik zal dan na mijn dood bekend staan als een goed mens door de goede dingen en levenshouding die ik uitdroeg, en is mijn leven niet nutteloos geweest in jouw optiek toch?
Maar daarintegen in mijn optiek en geloof zullen al jou goede daden en liefde en mede behulpzaamheid aan je medemensen of de andere tegenovergestelde richting die je aangaf om je als een uitbuiter en crimineel te gedragen geen nut hebben gehad, en zouden nutteloos zijn omdat er wel een God bestaat en Zijn zoon Jezus Christus en een hemel en hel en het laatste oordeel.
En dan leef je dus echt een nutteloos leven en dat is echt zonde.
Toen was het weer tijd om te gaan werken en de collega`s gingen weer terug naar hun eigen werkplek.