Afgunst in de bijbel

  • Sietse 45

    Afgunst in de bijbel

    Het Bijbelverhaal van Kaïn en Abel

    De mens had gemeenschap met zijn vrouw Eva; zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld, en zij sprak: ‘Door de gunst van de HEER heb ik een mannelijk kind voortgebracht.’ Vervolgens baarde zij Abel, zijn broer. Abel werd schaapherder en Kaïn landbouwer. Na verloop van tijd bracht Kaïn een offer aan de HEER van de vruchten van de grond. Ook Abel bracht een offer, de eerstgeborenen van zijn beste schapen. De HEER zag genadig neer op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht. Een wilde woede greep Kaïn aan, en zijn gezicht werd grimmig. De HEER zei tegen Kaïn: ‘Waarom bent u woedend, en waarom staat uw gezicht zo grimmig? Als u het goede doet, is er opgewektheid; maar doet u het goede niet, dan loert de zonde als belager aan uw deur, klaar om u te grijpen. Zult u hem de baas kunnen blijven?’ Daarop zei Kaïn tegen zijn broer Abel: ‘Laten we gaan wandelen.’ Buiten viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem. De HEER zei tegen Kaïn: ‘Waar is uw broer Abel?’ Hij antwoordde: ‘Ik weet het niet. Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?’ En Hij zei: ‘Wat hebt u gedaan? Hoor, het bloed van uw broer roept uit de grond naar Mij! Daarom zult u vervloekt zijn, verbannen van de grond die zijn mond heeft geopend om uit uw hand het bloed van uw broer te ontvangen! De grond die u bewerkt zal niets meer opbrengen; een zwerver en een vagebond zult u zijn op de aarde!’ Kaïn zei tegen de HEER: ‘Die straf is te zwaar om te dragen. U jaagt mij weg van de bebouwde grond, en ik zal ver van U vandaan moeten blijven. Ik zal een zwerver en een vagebond zijn op de aarde, en iedereen die mij ontmoet kan mij doden.’ Maar de HEER antwoordde: ‘Nee! Wie het ook is die Kaïn doodt, hij zal zevenvoudig boeten!’ En de HEER gaf Kaïn een merkteken, om te voorkomen dat ieder die hem ontmoette hem zou doden. Daarna trok Kaïn weg uit de nabijheid van de HEER en vestigde zich in het land Nod, ten oosten van Eden.

    Commentaar

    (C) 2010 Hein Pragt

    Dit verhaal toont aan dat afgunst het grootste vergif is dat een gemeenschap kan binnensluipen. Sommige mensen kunnen niet verdragen dat het anderen goed gaat en ze proberen in woord en daad, en soms zeer subtiel, de andere onderuit te halen. Een goed voorbeeld van afgunst staat zelfs al op de eerste bladzijden van de bijbel. Kaïn kan niet verdragen dat het brandoffer van zijn broer Abel door God met grotere welwillendheid wordt aanvaard dan zijn eigen offer. Hij wordt somber, de vrede verdwijnt uit zijn hart en hij zoekt een middel om het succes van zijn broer eronder uit te halen en te wreken en de vreugde in zijn hart verdwijnt. De bijbel toont hier dat de afgunst heel ver kan gaan, zelfs tot broedermoord. De naastenliefde verdwijnt uit het hart en gevoelens van haat komen in de plaats en de andere wordt met alle mogelijke denkbeeldige fouten bekleed en men raakt gefixeerd in de negativiteit. Afgunst is dus zo oud als de mensheid en al heel vroeg begreep de mens als dat afgunst een grote bron van ellende en een grote bron van kwaad is. Ook afgunst tussen familieleden kan voor veel verdriet zorgen omdat afgunst de genegengeid, liefde en broederschap om zeep helpt.

    http://www.heinpragt.com/menswerk/afgunst.php

  • CU

    En wat gaat vervolgens die achtelijke God doen? Hij leert de mensheid dat het vermoorden van je broer bij lange na niet zo erg is dan het niet geloven.

    Immers, Kain werd na dit “incident met Abel” tot zijn dood door God in bescherming genomen.

  • ongelovige

    Ach welnee, wat er werkelijk staat is dat Kaïn bij de oprichting van zijn nieuwe volk een mensenoffer bracht.

    In die tijd was het stichten van een nieuwe stad een reden om bloed te doen vloeien.

    Die gekte zet zich nog steeds voort in de kerk waar het vereerde mensenoffer in al zijn pracht en praal boven het altaar te bewonderen is.

    Dat god mensenoffers niet zo zwaar veroordeelt blijkt ook wel uit de volgende passage.

    Sytse Kees Schreef:

    ——————————————————-

    > Maar de HEER antwoordde: 'Nee! Wie het ook

    > is die Kaïn doodt, hij zal zevenvoudig boeten!'

    > En de HEER gaf Kaïn een merkteken, om te

    > voorkomen dat ieder die hem ontmoette hem zou

    > doden.

    Als dat geen goddelijke bescherming is, wat is het dan wel?